19e column. Onze eigen wil | deel 2
Na heel veel rust weer een column. Over een onderwerp waar je niet over uitgedacht raakt. Hebben wij een eigen wil?
In het evangelische gedachtegoed is de eigen wil heel belangrijk.
Toch vraag ik me af of dat op de Bijbel gebaseerd is.
De term vrije wil komen we niet tegen in de Schrift.
Nu wil ik bijvoorbeeld blijven zitten tot deze column af is. En dan kun je denken: zie je wel, een eigen wil bestaat. En ook dat je als mens kiest wat je wil.
Ik betwijfel het.
Dat ik nu hier zit is omdat ik genoeg energie heb om dit te doen. Als ik slechter geslapen had afgelopen nacht zat ik hier niet. Als ik nog langer gelummeld had bij onze fantastische plaatselijke boekhandel zat ik hier niet.
Als er vanmiddag wat ook maar tussen gekomen was zat ik hier niet.
Het heeft niet zo heel veel te maken met een vrije wil dat ik deze column nu schrijf. Onderzoekers naar menselijk gedrag zeggen dat we de meeste dingen uit gewoonte doen en niet bewust.
Waarom dan zoveel weerstand tegen de gedachte dat we geen eigen wil hebben?
Vooral bij christenen verbaast me dat. We belijden toch dat we in afhankelijkheid van God leven?
We kunnen ons toch gewoon door Hem laten leiden?
En nogmaals: dat is geen keuze van ons.
Zie bijvoorbeeld de Emmausgangers:
In Lukas 24 vers 16 staat dat hun ogen gesloten worden gehouden, zodat ze Jezus niet herkenden.
In Lukas 24 vers 31 staat dat hun ogen werden geopend, en zij Hem herkenden.
En in vers 32 staat: was ons hart niet brandende in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?
En in vers 45: Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen.
God opent ogen door geloof en dat is een geschenk van God (Efeze 2 vers 8).
Geen keuze van de mens, maar Zijn keuze!
Als wij ontkennen dat kwaad, duisternis, verdriet enz. bij God vandaan komen, ontkennen we ook dat de lessen die we leren door deze zaken bij Hem vandaan komen. Dan verheerlijken we Hem niet als dé God, dat wil zeggen: de Plaatser van alle dingen (Romeinen 1:21). En het klopt ook dat we geen marionetten zijn, nee, in onze verhouding tot God zijn wij als klei in de hand van de pottenbakker. Zo staat het in Romeinen 9 vers 20 en 21.
De enige die een eigen wil heeft is God. Zijn wil gebeurt.
God werkt alles naar de raad van Zijn wil, Efeziërs 1:11 en in Romeinen 11:36 ‘want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen’.
Ook satan is een creatie van God. Satan is een instrument in Gods handen. Hij krijgt de ruimte die God hem geeft( Job 1:12, 2:6).
Door de contrasten die God geschapen heeft leren wij wijze levenslessen, worden wij opgevoed en worden wij volwassen. Daarvoor gaat alle eer naar God, want Hij is de Schepper van alle dingen.