18e column. Genade en wet
Gedeelten overgenomen uit de Veluwse kerkbode van 23 aug. 2019. van ds. C. Hoek, omdat het me raakte. De column is ook wat langer geworden deze keer.
'Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?' Lukas 10:25.
Jezus antwoordt met een verwijzing naar de wet: 'Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?'
De wetgeleerde antwoordt: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.
En zo is het natuurlijk. Een ieder die dat doet, beërft het eeuwige leven. Ja maar... dat kunnen we niet... de wet houden. Wij zijn zondige mensen en de wet is voor ons een doodlopende weg. We worden door genade zalig. Hij heeft voor ons de wet vervuld.
Inderdaad. Dat is een hele goede gereformeerde en Bijbelse reactie.
'Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.' schrijft Paulus in Efeze 2. Maar… kunnen we de wet dan zomaar aan de kant schuiven omdat we door genade zalig worden?
Daar zou ik voorzichtig mee zijn. Daarvoor neemt de Thora in de hele bijbel een te grote plaats in. Bovendien vinden we een wettische omgang met de Thora vooral in de kring van de wetsgeleerden en farizeeën. Met name in díe kringen heerst er een vorm van wetticisme waarbij de wet gebruikt wordt als een ladder richting de hemel. In het geheel van het oude testament wordt geen wetticisme geleerd. De wet is een vreugde voor de vrome Israëliet. De wet zélf is genade. God heeft zijn bedoelingen kenbaar gemaakt en het kennen van die bedoelingen is een groot voorrecht!
Die wet functioneerde in het kader van het verbond en het verbond betekent dat God Israël uit genáde heeft uitgekozen om zijn volk te zijn. Het begint met Gods verkiezing. Daarna volgt de roeping en het antwoord op deze roeping is geloof en gehoorzaamheid. Maar de grond van de zaligheid ligt niet in de kwaliteit van het antwoord, maar in de verkiezing van God.
Terug naar Lukas 10. 'Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?' Het antwoord is leven met God en dan gaan doen wat God van je vraagt. God liefhebben en je naaste liefhebben. Niet wettisch of fanatiek, maar ontspannen. Vanuit een innerlijke bewogenheid. In Lukas 10 lezen we daar twee voorbeelden van. Het eerste voorbeeld, de barmhartige Samaritaan, gaat over het tweede gebod. Je naaste liefhebben als jezelf. Het tweede voorbeeld, Maria aan de voeten van Jezus, gaat over het eerste gebod. God liefhebben boven alles.
We ontmoeten een Samaritaan die met innerlijke ontferming bewogen is om de man die hij ziet liggen. De man die daar ligt doet een appèl op zijn hart waardoor hij niet verder kan reizen. Daarom gaat de Samaritaan naar de gewonde om hem te helpen.
Het maakt een ontspannen indruk.
De Samaritaan doet wat gedaan moet worden; zonder stress of spanning...
Hij helpt deze man en weet: dit is goed. We komen in de gelijkenis twee andere figuren tegen die een meer gespannen indruk maken.
Ze zien de gewonde man wel liggen, maar de priester en de leviet lopen stevig door. Ze hebben het zeker te druk? Ze worden helemaal in beslag genomen door hun dienst aan God. De eerste tafel van de wet is voor hen zo belangrijk dat ze de tweede vergeten. Ze verabsoluteren het eerste gebod ten opzichte van het tweede: God liefhebben boven alles.
We ontmoeten Maria.
Ze zit aan de voeten van Jezus en luistert naar zijn woorden; ze drinkt zijn woorden in. Dit is een unieke gelegenheid: Jezus is bij hen thuis!
Dat gebeurt niet iedere dag.
Maar wel op déze dag.
Dit is haar kans om woorden uit de mond van Jezus te horen!
Ontspannen zit ze aan de voeten van Jezus en ze luistert.
Op de achtergrond is Martha hard aan het werk. Ze wordt, vers 40, in beslag genomen door het vele bedienen.
Er wordt een werkwoord gebruikt dat 'ingesloten zijn' betekent; dit werk kost al haar energie. Na een poosje vindt Martha dat Maria haar te weinig helpt. Maar ze spreekt Maria niet aan. Nee, ze loopt om Maria heen en doet bij Jezus haar beklag over haar zus : 'Heere, trekt U het zich niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg toch tegen haar dat zij mij helpt'. Voelt u hoe afstandelijk ze over Maria spreekt? ' Mijn zuster', Martha noemt haar naam niet eens. Martha doet me denken aan die priester en die leviet. Ze werkt stevig door.
De priester en de leviet waren in beslag genomen door hun dienst aan God, en Martha is in beslag genomen door haar dienst aan de naaste ( in dit geval Jezus). De tweede tafel van de wet is voor haar zo belangrijk dat ze de eerste vergeet. Ze verabsoluteert het tweede gebod t.o.v. het eerste. Ze is zo druk om een naaste te zijn voor Jezus dat ze vergeet om te luisteren naar Zijn woorden. 'Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen. Nu Jezus er is... is het tijd om naar Hem te luisteren.
Dat is nu het belangrijkste. Laat die spullen in de keuken maar even voor wat ze zijn. Luister nu naar Jezus. Dan ontvang je het goede deel. 'U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf'. Maar wanneer staat mij nu wat te doen? Dat zie je onderweg vanzelf, als je je ogen openhoudt en met de liefde van Jezus om je heen kijkt. Leef ontspannen met het gebod van God. Zonder stress, zonder programma's, zonder drukke agenda's. We hoeven de wereld niet te veranderen of te verbeteren. Maak het gebod niet te groot voor jezelf. Kijk om je heen en dan zie je het. Misschien dat je iemand ontmoet die je hulp nodig heeft. Je ervaart de bewogenheid van Jezus en je reikt hem of haar de hand. Misschien voel je aan dat je meer tijd zou moeten nemen om in stilte te bidden en de woorden van Jezus te horen en te overdenken. Doe dat en leef. Pas op voor fanatisme. Kijk nog eens naar die Samaritaan. Hij helpt, maar laat zijn leven er niet door bezetten. Na de eerste hulp mocht de herbergier het overnemen zodat hij zijn reis kon vervolgen. We hoeven niet continue uit de Bijbel te lezen. Uren en uren om zo Gods gunst te verwerven... Wees ontspannen. We hoeven de lasten van de wereld niet te dragen en ook hoeven we niet alle mensen te bekeren... Leef van Gods genade en heb God lief en heb de naaste lief en God laat u en jou wel zien wat je mag doen.