7e column. Angst.
Is het sociale angst die me parten speelt?
Gisteren was ik gewoon bang, vorige week ook.
Door een appje.
En wat red mij er dan weer uit?
De uitspraak van Hanja Maij-Weggen, vroegere minister van Verkeer en Waterstaat, tegen opdringerige journalisten: ‘ hier laat ik het bij.’
Deze uitspraak heb ik geleerd van een hele lieve supervisor, mijn life saver.
Want wat maakt mij zo bang?
Dat is dat ik niet doe wat die ander wil.
En waar komt het vandaan?
Van de oerangst om niet te voldoen en dan niet bij God in de Hemel mogen komen, maar eeuwig gestraft worden in de hel.
Daar komt het op neer.
Dat maakt mij bang.
En waarom zo bang daarvoor? Omdat ons niet geleerd is voor onszelf te denken en te voelen. Tenminste zo is het op mij overgekomen. Wat door de dominee en wat op zondagschool mij geleerd is daar had ik ontzag voor. Het was immers van God?!
Dat mag ik nu loslaten.
Alleen wat in de Bijbel staat is van God.
Niet wat sommige evangelische of (oud) gereformeerde mensen ervan maken.
Daarin mag ik groeien.
Gewoon niet doen wat die ander wil, hoe eng is dat ?
Heel eng.
De meest akelige ramp scenario’s gaan dan door mijn hoofd.
Misschien word ik wel ontslagen, misschien ben ik nu geen goed mens, misschien heeft die ander nu last van mijn gedrag en had ik dat kunnen voorkomen door meegaander te zijn.
Schuld, schuld, schuld.
Welke gedachte heeft mij doen beseffen dat dit geen goede gedachten zijn ?
De gedachte dat deze gedachten mijn vreugde en dankbaarheid roven.
Vroeger zag ik dat niet als zonde, nu wel.
Het rooft mijn blijdschap en dankbaarheid.
Nu mag ik onderscheid leren maken.
Welke stem vanbinnen praat tegen mij?
Van de Heilige Geest of van Zijn tegenstander?
Ja, zo scherp is het.
Als het van Zijn tegenstander is krijg ik een (onterecht) schuldgevoel.
Als het van de Heilige Geest is krijg ik hoop dat God mij helpt om anders tegen de situatie aan te kijken.
Hoop is van God en schuldgevoel niet.
Hoop activeert en schuldgevoel verlamt.
Hierbij heb ik weer een plaatje, Miniatuur 1 van Hildegard van Bingen.
Hildegard, door een vurig licht ontvlamd, zet zich hier onder toezicht van de monnik Volmar tot schrijven. (met dank aan Henri Boelaars, voor deze tekst).